Mijn blogs

Gaza

Gaza in Context

Dr. At Ipenburg
Remonstrants predikant Zuid-Limburg (em.)

6 oktober 2025

1 Inleiding

De meeste media in Nederland stellen de inwoners van Gaza voor als onschuldige slachtoffers van Israëlische agressie. Er is te veel media-aandacht in Nederland voor de situatie in de Gaza strook. Zonder voldoende onderzoek spreekt men van genocide in Gaza. Dat is wat AlJazeera luid en duidelijk verkondigt bij iedere reportage over Gaza en over de Palestijnen. De Nederlandse media geven kritiekloos de cijfers van het ministerie van gezondheidszorg van Hamas aan ons door: “De slachtoffers zijn vooral vrouwen en kinderen.” Israël lijkt, volgens Hamas, geen slachtoffers te maken onder de militante groepen, die sluipschuttersaanvallen doen vanuit de burgerbevolking op Israëlische soldaten.
Het bestuur over Gaza is de facto in handen van Hamas. Die is dan ook verantwoordelijk voor de veiligheid van de burgers van de Gaza strook. Bij pro-Palestijnse demonstraties is het een kleine stap van anti-Israël leuzen, via anti-zionistische naar anti-semitische leuzen. Op de Universiteit Maastricht schreeuwden studenten een christelijke, pro-Israël docent toe dat ze geen les willen hebben van “zionisten” en dat er voor haar geen plaats is op de UM. In het Verenigd Koninkrijk, in Duitsland en in Oostenrijk is men veel meer alert op deze ongewenste ontwikkeling. De leus “Free Palestine – From The River to the Sea” is verboden in Engeland omdat de leus het bestaan van Israël ontkent. De leus kan er bestraft worden met een gevangenisstraf van zeven jaar. Ook in Oostenrijk is de leus verboden. Maar niet in Nederland![1] Het is een oproep tot de eliminatie van een heel land en een heel volk. Dit valt niet onder het recht van vrijheid van meningsuiting.

Het onevenredig grote aantal veroordelingen van Israël in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en in de Mensenrechtenraad is een punt van zorg. Het brengt de legitimiteit van de VN in gevaar. Ieder volk verdient gelijke bescherming door het internationale recht! Israël is een heel klein land. Veel, veel grotere landen als Indonesië, de Volksrepubliek China, Iran, Myanmar, die ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd hebben en nog steeds plegen, worden in veel mindere mate veroordeeld of helemaal niet. De bevolking van Israël is slechts 0,2 % van de wereldbevolking, maar krijgt de helft (!) van alle veroordelingen in de Algemene Vergadering van de VN en in de Mensenrechtenraad van de VN. Er is geen land wat in verhouding tot de omvang van de bevolking meer veroordeeld is in de VN en in VN-organen als Israël. Er is ook geen land waar meer oorlogen tegen gevoerd zijn de afgelopen 80 jaar, en er is ook geen land en geen volk wat meer te lijden heeft onder terroristische aanslagen op burgers als Israël. Daarnaast zijn er aanslagen op Israëli’s en joden en joodse instellingen buiten Israël. Synagogen hebben beveiliging overal in Europa. Ook het Joods Museum in Wenen heeft een gewapend beveiliger.

2. De bevolking van Israël

Tekstvak: VN Verdelingsplan van 29 november 1947 (Resolutie 181)

De Palestijnen claimen vluchtelingen te zijn, die in 1948 hun thuisland, het Britse Protectoraat Palestina, hebben moeten verlaten. VN-resolutie 181 van 29 november 1947 stelde een verdelingsplan op van het Britse Mandaatgebied Palestina in twee onafhankelijke staten, een joodse en een Arabische staat.  De twee landen zouden samen een economische unie vormen. De Arabische buurlanden weigerden echter dit te aanvaarden en vielen de nieuwe staat binnen. Israël had de overhand in deze oorlog, mede door de inzet van Joodse soldaten die tegen Nazi Duitsland hadden gevochten. Dit was wat de Palestijnen de ‘naqba’ gingen noemen. Het is de reden om sindsdien om Israël blijvend de oorlog te verklaren en wereldwijd terroristische aanslagen tegen Israëliërs en joden te plegen. Op 11 mei 1949 werd Israël lidstaat van de VN. De er toen wonende minderheden als Arabieren, Druzen, Circassiërs, Samaritanen, Arameeërs, Armeniërs en Bedoeïenen kregen gelijke burgerrechten, Druzen en Circassiërs namen en nemen ook dienst in het Israëlische leger. Israël heeft op dit moment 10 miljoen inwoners, waarvan 20 % Arabische of Palestijnse Israëliërs zijn.  De Palestijnse Israëliërs hebben gelijke burgerrechten als de joodse Israëliërs. Ze zijn vertegenwoordigd in de Knesset. Zo’n 600.000 Israëliërs leven in het buitenland als expat.

Een groot aantal van de huidige Israëlische staatsburgers zijn zelf vluchtelingen of kinderen van vluchtelingen. In het debat over het lot van de Palestijnse vluchtelingen worden de grotere aantallen joodse vluchtelingen uit Arabische landen geheel vergeten. Dit zijn de zogenaamde Mizrahi. Ze maken 43 % van de huidige joodse bevolking van Israël uit. In Aleppo, Syrië braken in 1947 anti-Joodse pogroms. Van de 10.000 Joden in de stad vluchtten er 7.000 in doodsangst het land uit. In Irak werd “zionisme” een halsmisdaad. Meer dan 70 Joden werden gedood door bommen in de Joodse wijk van Caïro, Egypte. Na het vertrek van de Fransen uit Algerije vaardigden de autoriteiten verschillende anti-Joodse decreten uit, die bijna alle 160.000 Joden ertoe brachten het land te ontvluchten. Na de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over het delingsplan in 1947, veroorzaakten radicale moslims bloedige pogroms in Aden en Jemen, waarbij 82 Joden omkwamen. In 1948 worden er in tien Arabische landen 856.000 joden. In 2023 waren er daar naar schatting nog maar minder dan 4.000 van over.[2]

3. Israël en de VN

De Verenigde Naties Organisatie heeft sinds 1947 talloze resoluties over Israël aangenomen, vooral met betrekking tot het beleid van Israël in de bezette Palestijnse gebieden:

De Algemene Vergadering van de VN (AVVN/ UNGA) heeft honderden resoluties tegen Israël aangenomen. Veel van deze resoluties hebben kritiek op Israël over het beleid wat betreft de Joodse nederzettingen, de bezetting van Palestijnse gebieden en de militaire acties in Gaza en Libanon.

De VN-Veiligheidsraad (UNSC) heeft minder resoluties tegen Israël aangenomen vanwege het gebruik van vetorecht, vooral van de Verenigde Staten. Toch heeft de Veiligheidsraad desondanks meer dan honderd resoluties tegen Israël aangenomen.

In de VN-Mensenrechtenraad (UNHRC) is Israël het onderwerp geweest van meer landspecifieke resoluties dan enig ander land in de wereld sinds de oprichting van de Raad in 2006. In de afgelopen jaren was ongeveer 45% van de landspecifieke resoluties gericht tegen Israël. Terwijl deze resoluties in de media en in het politieke discours vaak worden omschreven als “veroordelingen”, gebruikt de VN meestal uitdrukkingen als “uitingen van bezorgdheid” of “oproepen tot actie”.

Israël was dus onderwerp van meer dan vijfhonderd resoluties in de Algemene Vergadering van de VN (UNGA) en van meer dan honderd in de Mensenrechtenraad van de VN (UNHCR). Israël wordt op grote afstand gevolgd door Syrië met honderd tot honderdvijftig resoluties in de Algemene Vergadering van de VN en met niet meer dan 35 in de Mensenrechtenraad van de VN. Op de derde plaats komt Noord-Korea met honderd resoluties in de Algemene Vergadering en met twintig veroordelingen in de Mensenrechtenraad van de VN.        

De Verenigde Naties hebben slechts in een zeer beperkt aantal gevallen aanvallen op Israël door Irak, Iran, Hezbollah, de Houthi’s van Jemen, Hamas, de PLO, Egypte en Syrië veroordeeld of hierover hun bezorgdheid geuit. Dergelijke veroordelingen zijn zeldzaam, minder specifiek of minder krachtig in vergelijking met resoluties gericht tegen Israël.

4. De Palestijnen en de VN

De VN hebben een sterke focus op de Palestijnen met exclusief op Palestijnen gerichte organen zoals:

The United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) opgericht in 1949 door de Algemene Vergadering van de VN voor hulp aan de Palestijnse vluchtelingen

De Speciale Commissie voor Onderzoek naar Israëlische Praktijken (The Special Committee to Investigate Israeli Practices)

De Afdeling voor Palestijnse Rechten (The Division for Palestinian Rights)

De UNRWA is voortgekomen uit het United Nations Special Committee on Palestine (UNSCOP). De UNRWA is een enorm grote en kostbare VN-organisatie, die bijna als een staat in de staat functioneert. Ze biedt humanitaire hulp, onderwijs en gezondheidszorg aan aan geregistreerde Palestijnse vluchtelingen in Gaza, de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem, Jordanië, Libanon en Syrië. De jaarlijkse begroting is US$ 1,2 miljard. De grootste donoren zijn de VS, de EU en Duitsland. De UNRWA erkent alleen Palestijnse vluchtelingen. Andere bedreigde minderheden, zoals de joodse vluchtelingen uit Arabische landen, vallen niet onder haar mandaat. De UNRWA verzorgt basis- en voorbereidend onderwijs voor een half miljoen leerlingen in 706 scholen, met 20.000 onderwijskrachten. De Colonna Commissie van de VN heeft de kwaliteit van dit onderwijs onderzocht. In sommige in gebruik zijnde schoolboeken is er een vooroordeel tegen Israël en tegen Joden. Dit blijkt uit het gebruik van historische kaarten, waar Israël niet op voorkomt, waar Jeruzalem de hoofdstad van Palestina is en steden in Israël Palestijnse steden genoemd worden. Ook wordt vaak het woord ‘zionistisch’ gebruikt, bijvoorbeeld wanneer Israël aangeduid wordt als “de zionistische bezetting.”  (Colonna Report, p. 29). De UNRWA is het enige orgaan is dat het seculaire onderwijs verzorgt, terwijl het tevens een dominante positie heeft in het verlenen van gezondheidszorg. Dit leidt tot een grote afhankelijkheid van de Palestijnen van dit VN-orgaan. Dat betekent ook dat de Palestijnen er een belang bij hebben om hun vluchtelingenstatus te behouden en om het conflict met Israël actief te houden. Inmiddels vormen de Palestijnen in de Gaza strook en de Westbank de derde of vierde generatie van hen die in 1947 en 1948 het toenmalige Britse mandaatgebied hebben verlaten. Israël heeft bewijs geleverd dat UNRWA-personeel actief meedeed aan de bloedige aanslag op burgers en feestvierende jongeren op zaterdag 7 oktober 2023.

Er bestaat twijfel over het aantal Palestijnse vluchtelingen in 1947-48. De hoogste schatting is 849.186, een schatting van de Palestijnen.  Israël geeft een aantal van 520.000. De schatting van de VN houdt een aantal van 726.000 aan. Ongeveer 150.000 Palestijnse Arabieren bleven in 1948 achter in het gebied wat later Israël werd. De VN stelde voor om Palestina op te delen in twee onafhankelijke staten, een Palestijns-Arabische en een Joodse. (UN GA Res.181) Een van de twee staten, Israël, riep in 1948 zijn onafhankelijkheid uit. De andere, Palestina, deed dit niet. De Arabische landen verwierpen het VN-verdelingsplan en onmiddellijk daarna vielen de Palestijnen samen met de legers van zes Arabische landen de nieuw opgerichte staat Israël aan. Israël stelt dat deze aanvalsoorlog het Palestijnse vluchtelingenprobleem heeft veroorzaakt. Israël moet hier niet voor verantwoordelijk worden gehouden. Het vertrek van de meeste Palestijnen, zo beweert Israël, maakte deel uit van een weloverwogen strategie van Arabische politieke en militaire leiders. Er waren, onder de Palestijnen die misschien een staat wilden uitroepen, maar er waren anderen die hun politieke lot in handen wilden leggen van de Arabische Liga. De Arabische Liga, Arabische leiders en anderen beloofden Palestijnse dorpsbewoners zowel een terugkeer naar hun huizen op een later tijdstip, als toegang tot Joods land en eigendommen zodra de Israëliërs verslagen waren. Israël haalt hierbij verklaringen aan van Palestijnse en Arabische politieke leiders. Op 6 september 1948 citeerde de Beirut Daily Telegraph Emil Ghory, de toenmalige secretaris van het Palestijnse Arabische Hoge Commissie (AHC): “Het feit dat deze vluchtelingen er zijn, is het directe gevolg van de actie van de Arabische staten in hun verzet tegen de deling en de Joodse staat. De Arabische staten hebben unaniem ingestemd met dit beleid en zij moeten delen in de oplossing van het probleem.” De premier van Syrië in 1948, Khaled al-Azem, somde in zijn memoires op wat volgens hem de redenen waren voor het falen van de Arabieren: “Sinds 1948 zijn wij het die de terugkeer van de vluchtelingen hebben geëist, terwijl wij het zijn die hen hebben laten vertrekken. Wij brachten rampspoed over een miljoen Arabische vluchtelingen door hen uit te nodigen en door druk op hen uit te oefenen om te vertrekken.”

5. Hamas, Hezbollah, Islamitische Jihad en andere radicale groeperingen

Deze terroristische organisaties, die het gebruik van geweld tegen burgers verheerlijken, worden zelden expliciet bij naam veroordeeld in resoluties van de Algemene Vergadering of in de Mensenrechtenraad van de VN. Sommige VN-functionarissen, zoals de Secretaris-Generaal of VN-woordvoerders, hebben raketaanvallen en terrorisme tegen Israëlische burgers mondeling veroordeeld, bijvoorbeeld de raketten, die vanuit Gaza op Israël afgevuurd werden in 2014, 2021 en 2023. De veroordelingen zijn vaak uitgedrukt in algemene termen zoals in de uitdrukking “alle geweld tegen burgers”, zonder dat Hamas of de Islamitische Jihad met naam en toenaam genoemd worden. De vijanden van Israël werken samen in de As van Verzet, die geleid en gesponsord wordt door Iran. De Iraanse Quds Force, geleid door Yazdan Mir en anderen, beraamt en voert gewelddadige acties uit tegen Israël en tegen westerse doelen. Hamas in Gaza, Hezbollah in Libanon, Al-Qaeda en ISIS, de  Houthi Beweging in Jemen hebben met het gebruik van geweld zich tegen Israël gekeerd, maar ook staten als het Syrië van Assad,[3] Qatar en Saudi-Arabië.

6. De oorlogen gevoerd tegen Israël

Israël heeft sinds de stichting van de staat Israël zeven grote oorlogen moeten vechten tegen een grote overmacht, die Israël aanviel.
1.         1948 Arabisch-Israëlische oorlog (Onafhankelijkheidsoorlog). Deze begon in de laatste maanden van het Britse Mandaat in Palestina in 1947. Het groeide uit tot een grootschalige oorlog na de onafhankelijkheidsverklaring van Israël op 14 mei 1948. Palestina, Egypte, Syrië, Irak, Transjordanië, Libanon, Noord-Jemen en Saoedi-Arabië vielen Israël binnen. Het lukte het Israëlische leger de indringers te verdrijven. Trans-Jordanië annexeerde toen de Westbank en noemt zich sindsdien Jordanië, terwijl Egypte de Gazastrook bezette. 

2.         De Suez-crisis van 1956: Als reactie op de nationalisatie van het Suezkanaal door Egypte, waarbij Israël het recht verloor om van het Suezkanaal gebruik te maken, begon Israël, in samenwerking met Groot-Brittannië en Frankrijk, een militaire campagne met als doel de westerse controle over het kanaal terug te krijgen en de eigen doorvoerrechten veilig te stellen.

3.         De Zesdaagse Oorlog van 1967. Dit was een korte maar belangrijke oorlog, waarin Israël zich moest verdedigen tegen een overmacht van de legers van Egypte, Jordanië en Syrië. Het leidde tot grote territoriale veranderingen, die tot op vandaag van invloed zijn. Israël nam de Westbank, de Gazastrook, de Golanhoogte en Oost-Jeruzalem in. Deze gebieden worden sindsdien de Occupied Palestinian Territories (OPT) genoemd.

4.         De Yom Kippur Oorlog van 1973. Op de heiligste dag van de Joodse kalender, de Grote Verzoendag, vielen Egypte in het Zuiden en Syrië in het Noorden Israël binnen. Syrië wilde de Golanhoogte terugveroveren en Egypte de Sinaïwoestijn. 7.700 Egyptische militairen kwamen bij deze oorlog om het leven en 3.500 Syrische. Israël verloor 2.700 militairen.  Israël had wel gewonnen, maar was desondanks kwetsbaar gebleken. In 1979 tekenden Egypte en Israël een vredesverdrag, waarbij Israël de Sinaï, een gebied van 60.000 km2 met 600.000 inwoners, teruggaf aan Egypte.

5.         De Libanonoorlog van 1982. Israël lokte deze oorlog uit om de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) uit Zuid-Libanon te verdrijven. Het leidde tot Israëlisch militair ingrijpen diep op Libanees grondgebied.

6.         De Libanonoorlog van 2006. Dit was een conflict vooral gericht tegen Hezbollah in Zuid-Libanon.

7.         De huidige oorlog na de gruwelijke aanval van Hamas op 7 oktober 2023. Israël probeert af te rekenen tegelijkertijd met Hamas in de Gaza strook, Hezbollah in Libanon, de Houthi’s in Jemen en met Iran. De oorlog in Gaza duurt al veel langer dan alle vorige oorlogen. Het is geen conventionele oorlog is maar een strijd tegen een stedelijke guerrilla, met een vijand die zich vermengt met de burgerbevolking.

8.         Daarnaast is er ook nog de zogenaamde ‘Uitputtingsoorlog,’ de War of Attrition, te noemen, die van 1967 tot 1970 gevoerd werd met Egypte. Op 8 maart 1969 kondigde president Nasser het officiële begin van deze ‘Uitputtingsoorlog’ af. De oorlog werd gekenmerkt door grootschalige beschietingen langs het Suezkanaal, een uitgebreide luchtoorlog en regelmatige aanvallen door Egyptische commandotroepen. De vijandelijkheden duurden tot augustus 1970 en eindigden met een staakt-het-vuren. Dit is dus feitelijk de achtste oorlog tegen Israël in de afgelopen tachtig jaar.  

Naast deze grote oorlogen heeft Israël ook talrijke militaire operaties, schermutselingen en perioden van onrust meegemaakt, zoals de twee Palestijnse Intifada’s. De eerste Intifada was van 1987 tot 1993. Israël arresteerde in deze periode 35 tot 40.000 Palestijnen; 1.100 Palestijnen werden gedood door het Israëlische leger, terwijl 1.000 Palestijnen gedood werden door Palestijnen zelf op beschuldiging van “collaboratie.” De Intifada eindigde met de Oslo akkoorden van 1993. De tweede Intifada was 2000 tot 2005. Er waren een groot aantal zelfmoordaanslagen van Palestijnen. Israël reageerde hierop met de Operatie Defensive Shield, met aanvallen op het vluchtelingekamp in Jenin, op Nablus, Bethlehem, Tulkarm en Hebron. Bovendien bouwde Israël een 600 km lange veiligheidsmuur tussen de Palestijnse en de Israëlische gebieden om infiltraties te voorkomen.  

Sinds 1947 zijn er ongeveer 2.500 tot 3.500 terroristische aanslagen uitgevoerd door de Palestijnen van Al Fatah (de ‘Verovering’) en de daarmee verbonden groep de Al-Aqsa Martelarenbrigade, de Zwarte September, en Hamas, die een afsplitsing is van de Moslim Broederschap, en de Islamitische Jihad.

7. Conclusie

Het huidige conflict van Israël is gericht tegen een aantal door Iran zwaarbewapende tegenstanders, te weten Hamas in de Gaza strook, Hezbollah in Libanon, de Houthi’s in Jemen, en Iran zelf. Er worden hierbij door alle betrokken partijen lange afstandsraketten ingezet. Het is de vraag of het Israëlische antiraketsysteem, de Iron Dome, blijvend deze aanvallen kan onschadelijk maken. De kosten van de antiraketraketten zijn zeer hoog: US$ 50 tot 100.000. Het is de zoveelste strijd om het bestaan van de staat Israël. Er is hoop. De nieuwe regering in Syrië wil zich volledig wijden aan de wederopbouw van het land en de terugkeer van de 13 miljoen Syrische vluchtelingen. Ze is bereid om de staat Israël te erkennen en banden met de VS aan te halen. Ook Iran, dat er economisch erg slecht voorstaat en populariteit aan het verliezen is, is bereid tot het doen van concessies, zoals het beëindigen van steun aan de As van het Verzet, en het voorgoed afzien van het atoomprogramma in ruil oor erkenning door de VS en het opheffen van de sancties. Hamas is nu voor het blok gezet door het recente vredesplan om de gijzelaars vrij te laten, zich te laten ontwapenen en zich op te heffen. In de plaats van Hamas komt er een zakenregering in Gaza, en krijgt Gaza een kostbaar en langjarig wederopbouwprogramma.
Er is in Nederland meer begrip nodig voor de Israëlische positie. De onevenredige aandacht in de reguliere media voor de pro Palestina protesten en voor de Free Palestine positie in het conflict leidt ons af van de precaire positie van Israël en van de argumenten, die Israël heeft voor de noodzaak van de vernietiging van Hamas en andere vijanden die het bestaansrecht van de staat Israël en van de joden ontkennen.

Voorstellen

 (1) De uitzonderingspositie en de speciale privileges, die de UNRWA biedt aan de zes miljoen Palestijnse vluchtelingen dienen zo spoedig mogelijk beëindigd te worden. Het is discriminatoir ten opzichte van de 32 miljoen andere vluchtelingen in de wereld, die onder verantwoordelijkheid vallen van de UNHCR (Office of the UN High Commissioner for Refugees).

(2) Het is ongewenst om een bepaalde bevolkingsgroep zoals de Palestijnen, permanent de vluchtelingenstatus te verlenen. Zo blijven zij generaties lang aan het hulpinfuus liggen. Er is voor hen weinig stimulans om zich onafhankelijk te maken van die hulp. Het leidt tot ideologische radicalisering.

(3) Er dient meer aandacht te komen voor de joodse vluchtelingen uit Arabische landen, die Israël heeft opgevangen. De omvang daarvan is groter dan die van de Palestijnse vluchtelingen in 1948. Deze groep valt ten onrechte buiten de aandacht van de UNHCR en buiten de aandacht van de media. Alle internationale vluchtelingen dienen gelijk behandeld te worden.

(4) De VN en VN-organisaties als de UNRWA en de UNHCR dienen militaire hulp aan groepen die de vluchtelingenstatus hebben te verbieden en sancties op te leggen aan landen die zich niet aan dit verbod houden.
 
(5) Het schaadt de reputatie van de VN dat deze een onevenredig aantal resoluties aanneemt tegen een klein land. Israël is het 98ste land qua oppervlakte en het 150ste land in de wereld qua inwoners, maar zag meer dan 500 resoluties tegen zich aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN en meer dan honderd door de Mensenrechtenraad.

(6) De PLO, Hamas, Islamic Jihad Movement en andere militante en/of terroristische organisaties dienen het gebruik van geweld af te zweren en over te stappen op het gebruik van diplomatieke middelen om hun doelen te bereiken. Eenlingen en radicale minderheden, zoals de leden van de Islamitische Jihad, dienen zij hard te straffen wanneer deze door terreurdaden en zelfmoordaanvallen proberen vredesinitiatieven, zoals de Oslo akkoorden, in de kiem te smoren.

(7) Geen enkel politiek doel vormt een legitimatie voor het vermoorden, verkrachten, verminken of het in gijzeling nemen van onschuldige burgers, non-combattanten, laat staan van minderjarigen of zelfs baby’s, zoals dat plaats vond op 7 oktober 2023.

(8) Het woord genocide wordt in de Nederlandse media te gemakkelijk in de mond genomen om de oorlogshandelingen van Israël in Gaza tegen Hamas te beschrijven. Israël is aangeklaagd voor het plegen van genocide in de Gaza strook, maar is daarvoor nog niet veroordeeld door het Internationaal Strafhof. Het gebruik van dit woord, de misdaad van de misdaden, verhindert een objectieve kijk op het conflict en bemoeilijkt het vinden van een oplossing. Het leidt ook tot een inflatie van het begrip genocide. Wat mist in de aanklacht van genocide is ‘intent’, Duits: ‘Absicht’. Er zijn geen expliciete plannen om het hele Palestijnse volk te vernietigen. Israël heeft zelf binnen haar grenzen een minderheid van 2 miljoen Palestijnen, die volledige burgerrechten hebben.

(9) Israël is sinds 1948 vele malen door veel grotere en machtiger landen aangevallen. Op dit moment zijn de vijanden radicale terroristische groeperingen, die door Iran gesteund en bewapend worden. Bij de stichting van de Islamitische Republiek Iran in 1979 stelde Iran als een van de hoofddoelen de vernietiging van Israël. Iran steunt ‘de As van Verzet’ van een hele reeks terroristische en islamistische organisaties, zoals de al-Qassam Brigades van Hamas, de Al-Quds Brigades van Palestinian Islamic Jihad (PIJ), Abu Ali Mustafa Brigades van het Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP), de National Resistance Brigades van het Democratic Front for the Liberation of Palestine (DFLP), de Al-Nasser Salah al-Deen Brigades van de Popular Resistance Committees (PRC), de Al-Aqsa Martyrs’ Brigades (ex-Fatah), de Mujahideen Brigades van de Palestinian Mujahideen Movement, de Al-Ansar Brigades van de Palestinian Freedom Movement en de Jihad Jibril Brigades van het Popular Front for the Liberation of Palestine – General Command (PFLP-GC). Voor Israël vormen al deze groepen een existentiële bedreiging en het land heeft het recht om zich met alle beschikbare middelen tegen deze aanvallen te verdedigen.

(10) Stappen om op korte termijn te komen tot een oplossing van het huidige conflict tussen Israël en Hezbollah en Hamas zijn (a) de vrijlating van alle gijzelaars en het overdragen van de stoffelijke overschotten van de in gevangenschap omgekomen gijzelaars, (b) een wapenstilstand van onbeperkte duur, (3) de volledige ontwapening van Hamas, de Islamitische Jihad, Hezbollah en andere radicale groepen en de totale vernietigen van de ondergrondse militaire structuur in Gaza en in het zuiden van Libanon. In ruil hiervoor komt er een toezegging van steun voor de wederopbouw van Gaza. De kosten hiervan worden op US$ 54 miljard geschat worden. Deze voorstellen zijn al verwerkt in het recente Vredesvoorstel, het  20 punten plan van de VS, Israël, de leiders van de Arabische en de Islamitische landen..

(11) Karim Asad Ahmad Khan KC, de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag heeft op november 2024 een stap overgeslagen bij zijn bevel tot aanhouding van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn minister Yoav Gallant, beiden op beschuldiging van genocide. Eerst moet het Strafhof zich ervan verzekeren of de nationale gerechtelijke macht de vervolging op zich kan nemen, zoals vastgelegd is in Artikel 17 van het Statuut van Rome. Pas wanneer hij zich daarvan verzekerd heeft dat die daartoe niet in staat is of bereid is kan hij zijn eis tot gevangenneming van de premier van Israël en van een minister doen uitgaan. Zijn eenzijdige actie ondermijnt het gezag van het Hof en brengt het voortbestaan van het Hof in gevaar. Het heeft in februari 2025 geleid tot sancties van de VS en op iedereen die het Strafhof steunt bij zijn vervolging van de aangeklaagde regeringsleider en zijn minister. [4]

(12) De dominante rol van Hamas in de Gaza oorlog als agressor blijft onderbelicht in de media. Er is geen persvrijheid in Gaza, en de stemmen van mogelijke oppositie tegen het beleid van Hamas blijven ongehoord. Hamas, met een meerderheid gekozen in Gaza in 2006, is de eerstverantwoordelijke voor het welzijn van de eigen burgers. Hamas heeft zich sinds 2006 zwaarbewapend met de hulp van Iran door de bouw van een ondergronds schuilkeldersysteem met raketlanceerinstallaties op plaatsen waar burgers samenkomen, zoals moskeeën, scholen en ziekenhuizen. Deze strategie is zeer geschikt voor een ‘hit and run’ systeem van de stadsguerrilla. Bescherming van de burgerbevolking is blijkbaar voor Hamas hierbij geen overweging. Een dergelijke stadsguerrilla is zeer moeilijk te bestrijden, zoals de strijd in Mosul in 2016-2017 tegen IS heeft laten zien.


Bronnen

Digitale bronnen

Ha’aretz https://www.haaretz.com/

Jewish News Daily https://jwishnews.co.uk

Justice for Jews from Arab Countries (JJAC) https://justiceforjews.com

Sarit Zehavi Alma Research & Education Center https://israel-alma.org

The Jerusalem Post https://www.jpost.com/

The Jewish Chronicle https://thejc.com

Jewish Virtual Library https://www.jewishvirtuallibrary.org
Comprehensiev Listingof Terrorisme Victims in Israël: https://www.jewishvirtuallibrary.org/comprehensive-listing-of-terrorism-victims-in-israel

Telegram:
Kanaal van de Israel Defence Forces (IDF)

Gedrukte bronnen

40 Cartes pour comprendre le conflit Israël Palestine, 2024, Le Monde Hors-Série

Arefi, Armin et Aaram, Valentine, 2024. Comment le Hamas profite de notre agent, in: Le Point No 2702: pp 53-60

Bard, Mitchel B, Myths and Facts: A Guide to the Arab-Israel Conflict, https://mitchellbard.com/myths.html

Bekaïd, Akram Mounier-Kuhn, Angélique, 2024. Israël Palestine. Une terre à vif, Le Monde Diplomatique. Manière de Voir,No 193

Bergmann, Emanuel, 2024. Hinter den Vorhang. In der US-Amerikanischen Linken greift eine moralische Panik um sich, in der anti-semitische Ressentiments niemanden mehr stören, in: Konkret. Politik & Kultur 6, pp 38-39

Boer, Jan H, 2004. Muslims: Why the Violence? Belleville (Vol 2 Studies in Christian-Muslim Relations)

Der Neue Kosmos Welt Almanach & Atlas 2025. Daten, Fakten. Karten. Topthema: Flücht & Migration, 2024, Stuttgart: Kosmos

Fallaci, Oriana, 2004. Die Kraft der Vernunft, (vert. van La Forza della Ragione), Berlin: List

Final Report for the United Nations Secretary-General. Independent Review of Mechanisms and Procedures to Ensure Adherence by UNRWA to the Humanitarian Principle of Neutrality. 2024 (the Colonna Report)

Giesbert, Franz-Olivier, 2024. La grande parade des antisémites dominateurs et fiers de l’être, in: Le Point No  2702, p 7

Jongman, Albert J (ed), 1996. Contemporary Genocides: Causes, Cases, Consequences, Leiden: PIOOM (Projecten Interdisciplinair Onderzoek naar de Oorzaken van Mensenrechtenschendingen)

Lewin, Lisette, 1996. Vorig Jaar in Jeruzalem. Israël en de Palestina Pioniers, Amsterdam

Murray, Douglas, 2025. On Democracies and Death Cults. Israel, Hamas and the Future of the West, London: HarperCollins

Power, Samantha, 2003. “A Problem from Hell.” America and the Age of Genocide, London: HarperCollins

Rzepski, Grégory (coördinator), 2025. L‘Antisémitisme et ses instrumentalisations, Le Monde Diplomatique. Manière de Voir,No 199

Urman, Stanley A, 2010. The United Nations and Middle East Refugees: The Differing Treatment Of Palestinians And Jews, PhD Thesis The State University of New Jersey, Newark

Noten


[1] Op 25 oktober 2023 verklaarde een meerderheid van de Tweede Kamer dat de leus een oproep tot geweld is. Er zijn echter hier geen mensen strafrechtelijk vervolgd voor het roepen van die leus. Op 16 april 2024 nam het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een resolutie aan waarin de uitdrukking als antisemitisch werd veroordeeld, met 377 stemmen voor. De Nederlandse voetballer Anwar El Ghazi werd vanwege de leus ontslagen door zijn club FSV Mainz 05. Het Britse parlementslid Andy McDonald werd geschorst door Labour, nadat hij de woorden had gebruikt in een toespraak bij een pro-Palestijnse demonstratie.

[2] Bron: https://justiceforjews.com/main_facts.html en https://www.jewishvirtuallibrary.org/jewish-populations-in-the-arab-world

[3] De houding tegenover Israël van het nieuwe Syrië na de val van Assad op 8 december 2024 is voorlopig nog onduidelijk, maar zijn hoopvol.

[4] Het Statuut van Rome van 1998 geeft het Internationaal Strafhof (de ICC) een mandaat om daders van oorlogsmisdrijven, misdaden tegen de menselijkheid, genocide en het misdrijf van agressie te vervolgen, mits de nationale gerechtshoven er niet in slagen of er niet toe bereid zijn om hun eigen gerechtelijke onderzoek te doen naar deze misdrijven. (Art 17)