Je Roeping

Geroepen worden. Wat is mijn roeping?

Wie is Jezus? Wat betekent hij voor mij in mijn leven hier en nu? Het zijn dezelfde vragen die de mensen van Nazareth en Kapernaum in Galilea bezig hielden toen Jezus 2000 jaar geleden daar aan hen verscheen.

Eens zal die Vredesvorst zich openbaren aan Israël en aan de wereld. Die hoop op een wereld waar vrede is en het recht heerst heeft het volk Israël duizenden jaren lang levend gehouden tot aan de komst van Jezus van Nazareth. Toen Johannes de Doper zijn optreden begon leek de tijd van de grote profeten even teruggekomen. Hij riep op tot bekering. Hij doopte in de rivier de Jordaan allen die aan deze oproep gehoor gaven. Hij trok grote menigten. Ook Jezus liet zich door Johannes dopen, om in alles te worden als wij. Vervolgens stond Jezus in de woestijn bloot aan een drietal verleidingen waarbij hij de koers in zijn leven vastlegt, wat hem dat ook zal kosten. Kies je voor het goede of voor het kwade? Kies je voor de slachtoffers of voor de daders? Kies je voor moed of voor angst? Kies je voor hen die de macht hebben of voor de weerlozen? Kies je voor de zekerheden van geld en macht of kies je er in je leven voor om je toekomst in de hand van God te leggen? Ben je steeds bereid om God meer te gehoorzamen dan de mensen?

Johannes de Doper had de daad bij het woord gevoegd en had Herodes Antipas in het openbaar veroordeeld voor de zonden die hij begaan had. Hij werd daarop op last van Herodes door zijn soldaten aangehouden en in de gevangenis geworpen. Dat was voor Jezus het moment om het werk van Johannes voort te gaan zetten. Hij vertrok uit Nazareth en ging in Kapernaum wonen. Deze stad ligt aan het Meer van Galilea. Hier vindt de roeping van de eerste vier leerlingen plaats. Het verhaal is intrigerend door zijn uiterste compactheid. Jezus wandelde langs de over van het Meer van Galilea. Hij zag een viertal vissers. Hij sprak hen aan en onmiddellijk lieten ze alles waar ze mee bezig waren in de steek, hun boten, hun netten, hun vader, om Jezus te volgen. Ze stelden geen vragen. Waar gaan we wonen? Hoe komen we aan eten? Wat gaat de toekomst brengen? En hun leven was niet zonder gevaar. Met Johannes in de gevangenis zou Herodes misschien ook wel Jezus gaan vervolgen. Maar een ding is zeker. Ze geven gehoor aan de roep van de Meester en volgen hem. Ze geven zich geheel aan zijn leiding over. Het waren onwaarschijnlijke kandidaten voor de missie van Jezus. Ze waren niet geleerd, bezaten geen uitgebreide wetskennis en ze hadden geen aanzien. Dit is wat ze konden en ze hun hele leven tot dan toe gedaan hadden: het vangen van vissen. Maar Jezus zag meer. Hij zag hun waarde als mens, hun waardigheid, hun moed, hun vroomheid, hun trouw en hun vriendschap, allemaal dingen die je tot een goed visser maken, die ook bij storm en tegenwind betrouwbaar blijkt te zijn voor zijn makkers in de boot. Jezus belooft hen dat ze vissers zullen blijven, maar dat ze nu mensen zullen gaan vangen. Mensen vangen? Het is een vreemde vergelijking. Maar zo zijn ze zelf door Jezus gevangen genomen met de oproep hem te volgen.

Ze zeggen wel eens dat je om dominee of ouderling te worden je roeping moet hebben. Het is niet de goede vraag. Het gaat om iedere gelovige. Jezus roept ons allemaal uit ons gewone leven, uit de dagelijkse sleur om hem te volgen en alles wat we doen of van plan zijn te gaan doen te zien in het licht van het Koninkrijk van God. Het is niet: Ik ga dit wel eventjes doen omdat ik er zo goed in ben. Maar ik doe het omdat ik geroepen ben, omdat ik de Meester wil volgen. De roeping sluit niet aan bij wat we kennen en kunnen, maar bij Gods mogelijkheden. Er staat niet: Jezus zag hen en hij zag wel wat in hen. Er staat Jezus zag hen. En hij riep hen.

Ik geloof niet dat Jezus je zo hard roept dat je van je fiets valt als hij je roept. Ik denk dat het veel subtieler is. Het komt op je pad. Er staat een advertentie in de krant. Iemand doet je een aanbod of doet een beroep op je. Je voelt je aangesproken. Het is in werkelijkheid heel subtiel. Het gaat niet alleen om grote en beroemde mensen als Albert Schweitzer, Mother Theresa, Franciscus van Assisi. Het gaat om gewone mensen die haast onzichtbaar hun werk doen en trouw zijn en betrouwbaar. De Bijbel noemt hen de rechtvaardigen of ook wel de stillen in de lande, de werkelijk vromen die zich niet door geruchtmakende praat of daad proberen te onderscheiden, de kleine luiden in het geloof. Het zijn de mantelzorgers, de activisten voor een beter milieu, de mensen van de dagopvang, van de kringloopwinkel, de vrijwilligers in de kerk. Wanneer Jezus de mensen van Galilea oproept om zich te bekeren dan gaat het exact daarom. Het gaat om bevlogenheid, om betrokkenheid bij mensen en hun noden. Om een hart voor je medemens.

Daar in Kapernaum in Galilea begon Jezus te preken. De komst van het Rijk van God is nabij. Bekeer je en geloof in deze blijde boodschap. Hij genas alle ziekte en alle kwaal onder het volk. En men bracht tot Hem allen, die ernstig ongesteld waren, gekweld door allerlei ziekten en pijnen, bezetenen en maanzieken en verlamden en Hij genas hen. Dit is de voorafschaduwing van een wereld waar God regeert, waar geen ziekte meer is, geen pijn, geen verdriet. Ook de dood zal niet meer zijn. Een wereld waarin God zal zijn alles in allen. (1Kor. 15:28) De leerlingen, worden na de Opstanding ook werkelijk vissers van mensen. Die mensen die door hen gevangen worden brengen ze tot geloof. Ze worden verzameld in geloofsgemeenschappen, die samen bidden, zingen, God loven, die met elkaar vreugde en verdriet delen en voor Gods aangezicht brengen en die de sacramenten van doop en avondmaal vieren als tekenen van Gods aanwezigheid in onze wereld. Die gemeenschappen, nu over de hele aarde verspreid, zetten het werk van Jezus, wat hij begon in Galilea voort. Met Gods zegen.