Het getuigenis van Johannes de Doper
Het kerkelijk jaar begint met advent. Advent betekent komst. Op drie manieren komt God tot ons. Twee duizend jaar geleden bij de geboorte van Jezus in Bethlehem, nu en hier in onze tijd in ons hart en aan het eind van de tijden bij zijn wederkomst. Advent is een tijd van verwachting en voorbereiding. Hoe bereiden we ons voor op de komst van het kerstkind? We nemen tijd voor stilte. Waar wachten we eigenlijk op? Hoe zit ons leven in elkaar? Waar nemen we wel en waar nemen we niet de tijd voor? Wat ontbreekt ons? Wat kan ons leven rijk en zinvol maken? Hoe kunnen we de sleur doorbreken? Hoe zijn onze relaties met degenen die ons het meest na staan? Hoe komt God in ons leven?
We moeten durven dromen van een andere werkelijkheid. Van een wereld waar het voorgoed vrede is. Waar geen angst meer is. Geen armoede. Geen vluchtelingen. Geen honger. Geen haat. Maar liefde. Water in de woestijn. Licht in de duisternis. Ons verlangen naar vrede en liefde is geen illusie, maar het is een hoop op een wereld die komt, een wereld die ons beloofd is door de profeten en door Jezus, het is een wereld die er in beginsel al is.
Deze derde adventszondag is de zondag van de blijdschap, zondag Gaudete. Er is blijdschap op weg naar het kerstfeest, met zijn gezelligheid, met familiebezoek, met mooie muziek, met de versierde kerstboom en kaarslicht. Deze zondag horen we de oproep aan christenen om zich te verheugen. Hij zegt: Fillippi. Fil. 4, 4-7 Broeders en zusters, weest altijd blijmoedig in de Heer; nog eens zeg ik: weest blijmoedig. Laat uw goedheid aan alle mensen zien. De Heer is dichtbij. Maakt u nergens bezorgd over, maar geeft uw verlangens altijd door bidden en smeken aan God te kennen, met een dankbaar hart. En dan moge de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, uw hart en uw verstand bewaren in Christus Jezus, onze Heer. (NBV)
Als we er goed over nadenken dan is er eigenlijk ook zoveel om blij en dankbaar om te zijn. Ongetwijfeld zijn er zorgen. Dat drukt onze blijdschap te neer. Maar wanneer je aan oude mensen vraagt waar ze in hun leven het meeste spijt over hebben dan zeggen ze vaak: Ik heb het meeste spijt dat ik me zorgen heb gemaakt over dingen die helemaal niet uitgekomen zijn. Ik heb me zorgen gemaakt voor niks. Je mag blij zijn met je leven dat het grootste geschenk is dat God ons gaf en blijdschap over je ouders, je familie, de wereld, de natuur, het licht, het geloof dat alles in Gods hand is. Je mag blij zijn over een God die liefdevol en barmhartig is. Het is een goede oefening om dat allemaal heel bewust uit te spreken en alleen het positieve te benoemen.
Lied 256 uit de Bundel van Johannes de Heer zegt het zo:
“Als op ‘s levens zee de stormwind om u loeit.
Als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit.
Tel uw zegeningen tel ze een voor een.
En ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen.
Refrein:
1Tel uw zegeningen, een voor een.
2Tel ze alle en vergeet er geen.
3Tel ze alle, noem ze een voor een.
4En ge ziet Gods liefde dan door alles heen.
Dat is de blijdschap waarover de apostel Paulus spreekt.
Deze zondag staat Johannes de Doper centraal. Wie is hij en hoe is zijn verhouding tot Jezus? De figuur van Johannes riep in zijn tijd de tijd van de oude profeten weer op. Was Johannes Elia die uit de hemel teruggekomen was? Johannes zelf verwees voor wie hij was en wat hij deed naar de profetieën van Jesaja. “ Jesaja 40,3 Hoort, iemand roept: `Bereidt Jahwe een weg in de woestijn, in het dorre land een rechte baan voor onze God.” Johannes zag eruit als een profeet. Hij leefde als een profeet en hij sprak als een profeet. Hij leefde in de woestijn van sprinkhanen en wilde honing. Hij was gekleed in een kamelenharen mantel met een leren riem om. Tollenaars en zondaars kwamen naar hem toe om zich door hem te laten dopen en zo van hun zonden gereinigd te worden. Zelfs soldaten kwamen naar het toe. Wat moeten wij doen? Niet: je terugtrekken in de woestijn. Maar wees redelijk, pers niemand iets af, geef iedereen het zijne, geef liefde en rechtvaardigheid. Ook priesters en wetsgeleerden kwamen naar hem toe. Maar dezen voelden zich boven de zondaars verheven. Zij hadden toch geen bekering en dus ook geen doop nodig.
Het Evangelie volgens Johannes staat apart van de overige drie evangeliën. Het heeft een heel eigen benadering. Je vindt er niet het kerstverhaal van de geboorte van Jezus, zoals we dat vinden bij Mattheus en Lucas. De komst van Jezus wordt in poëtische bewoordingen aangegeven. Het is een hymne. Jezus is het licht in de duisternis. Hij is het woord, dat wil zeggen de Logos, der wereldrede, het principe dat aan de basis ligt van onze hele werkelijkheid. Door het woord kwam de hele werkelijkheid volgens Genesis 1 tot stand. God sprak en het was er. De evangelist schrijft: “In de beginne was het woord. Het woord was bij God en het was God.”
De komst van Jezus luidt een nieuw tijdvak in. Het is een nieuwe schepping, een nieuw begin.
Na de proloog volgt het getuigenis van Johannes over hemzelf. Hij spreekt direct ook over iemand die na hem komt, die groter is dan hij. Het tweede verhaal in dit evangelie is de bruiloft te Kana waar Jezus het water uit de stenen vaten, die gebruikt werden voor een reinigingsritueel, in wijn veranderde. Vervolgens reinigt Jezus de tempel in Jeruzalem op het joodse paasfeest. Dan beschrijft hij de ontmoeting in de nacht met de Farizeeër Nicodemus. Jezus vertelt hem over de noodzaak om opnieuw geboren worden, maar dan uit water en geest. Het gaat allemaal over een voorbereiding, over reiniging, over wedergeboorte en over de doop.
Jezus doopte. In het volgende hoofdstuk staat dat het niet Jezus was die doopte, maar dat zijn leerlingen dat deden. De doop was de opname in de kring van de leerlingen van Jezus. Enige leerlingen van Johannes raakten in een twistgesprek met een jood over de reinigingskwesties en stelden vervolgens de vraag aan Johannes over het dopen van Jezus. Mogelijk is de evangelist Johannes zelf een voormalige leerling van Johannes de Doper, die later Jezus is gaan volgen. Op de vraag over het dopen van Jezus geeft de Doper een duidelijk antwoord op. Het is zijn laatste woord in het Evangelie. Johannes zegt: Niemand kan iets nemen tenzij het hem door God gegeven is. Jezus trekt nu grote aantallen volgelingen, die zich laten dopen. Jezus is de Messias die een gemeente verzameld onder degenen die naar hem toekwamen. In het licht daarvan verwacht Johannes niets meer voor zijn eigen persoon. Hij is niet de Messias, maar slechts de voorloper van de Messias, de heraut die zijn komst aankondigt. Johannes ziet Jezus als de bruidegom op zijn bruiloftsfeest. Voor zichzelf ziet hij de rol van de vriend van de bruidegom. Deze heeft niet de bruid, maar hij is blij vanwege de vreugde van de bruidegom over zijn komende huwelijk. De Doper wil niet meer zijn dan dat. Jezus moet groeien en hij moet afnemen, als een zon die opkomt aan de ene kant en een zon die ondergaat aan de andere kant.
Jezus zegt zelf later over Johannes dat hij behoort tot de grootsten onder de mensen. Hij verstond het teken van de tijd en heeft de juiste beslissing genomen en gekozen voor een leven als profeet.
Het is de derde zondag van de Advent, de zondag van de Blijdschap. Er is alle reden tot grote vreugde over de komst van het kerstkind en het kerstfeest wat we gaan vieren met allen die ons het dierbaarst zijn. Aan het einde van de dienst gaan we naar ons huis en onze levensopdracht onder Gods zegen. Die zegen zag ik mooi uitgelegd in de nu volgende tekst, die ook wel de Ierse zegen genoemd wordt.
Ik wens je niet toe dat het
op je levenspad
altijd zonnig is,
En ook niet dat het leven
altijd over rozen gaat.
Evenmin, dat je nooit
ergens spijt van hebt,
En ook niet dat je
nooit pijn mag voelen.
Nee, dat is niet mijn wens voor jou.
Mijn wens voor jou is:
Dat je dapper bent
in tijden van beproeving
Wanneer anderen een kruis
op je schouders leggen.
Wanneer je bergen moet beklimmen
en langs afgronden moet gaan,
Wanneer er alleen nog maar
een glimp van hoop is.
Als elke gave die God je gaf
met je meegroeit,
En je het geschenk
van blijdschap kunt geven
aan ieder om wie je geeft.
Dat je altijd een vriend hebt,
die de naam van vriend waard is.
Op wie je kunt vertrouwen.
En die je hoop geeft
in tijden van verdriet,
En die bij de stormen van het leven
aan je zij blijft.
Ik heb nog een wens voor je:
Dat je op elk uur van vreugde
en van pijn,
dicht bij God kan zijn.
Dat is mijn wens voor jou
en voor degenen die je het meest
Amen
Johanneskerk, Genk, Derde Zondag van de Advent, 17 december 2017