Wat is de mens, waar komt hij of zij vandaan en waar gaat hij of zij heen? Waarvoor leef je? Wat maakt je leven zinvol? Wat zijn de goede keuzen wat betreft je werk, je vriendschappen, je levenspartner, je kinderen, je ouders? Kunnen grote hedendaagse denkers on helpen bij deze fundamentele levensvragen?
Kwetsbaarheid en mededogen is een passend thema in deze Veertigdagentijd, waarin de kerk reflecteert op het leven en lijden van Jezus in zijn weg naar Goede Vrijdag, de dood aan het kruis van Golgotha en zijn opstanding uit de dood op de derde dag.
De identificatie met het werk, het leven en het lijden van Jezus maakt je ontvankelijk voor het lijden van je medemensen.
Martha Nussbaum
Wie is de mens? Maar er zijn allerlei soorten mensen, zakenmensen, politici, vluchtelingen, vrouwen, homo’s, bankiers, gehandicapten, gekleurden, misdadigers, kinderen. Je kunt daar niet in abstracto over praten als over “de” mens. Mensen zijn verschillend. Dat is niet een klein probleem. We zijn het zelf. We zijn of waren zelf kind, scholier, ouder, misschien met de een of andere handicap begiftigd, en al oud. Maar ieder heeft recht op dezelfde kansen, onafhankelijk van zijn positie. Alle mensen hebben een aangeboren waardigheid, en recht op leven, gezondheid, bescherming van de lichamelijke integriteit, persoonlijke ontwikkeling, de ontwikkeling van menselijke relaties, het spel, de politiek, de ontwikkeling van emotionele kwaliteiten. Mensen gaan met elkaar relaties aan in liefde om een wereld te creëren, die zo goed is als die kan zijn. Je krijgt te maken met morele dilemma’s.
Er is een tragisch element in het menselijk bestaan. Je kunt niet alle opties tegelijk realiseren. Je wilt een goede moeder of vader zijn, maar tegelijk wil je een goed werknemer zijn. Op maandag is er een belangrijke vergadering, die je voorzit en tegelijkertijd speelt je dochter die maandagavond in het schooltoneel. Er is geen filosofie en ethica die je helpt hier de juiste beslissing te nemen. We moeten in de filosofie en in ons denken af van abstracties. Je spreekt over “de” staat, maar de staat bestaat uit gezinnen met kinderen. Je wilt een liveable life leven, een leven met verschillende aspecten, waarvan je er velen niet onder je controle hebt. Je wilt het vermogen hebben om voor je gezin te zorgen. Je wilt een opleiding voltooien, jezelf ontwikkelen, Je hebt voor alles de steun nodig van je omgeving. Het roept het het beeld van de mens die een plant is in een tuin, die een tuinman nodig heeft.
Filosofen dienen weer te gaan spreken over de activiteiten van alle dag, waar iedereen over praat. De verhalen van de literatuur kunnen je daarbij helpen. Je leeft je in in zo’n verhaal en krijgt daardoor kennis en inzicht van de emoties die een rol spelen in het verloop van het verhaal. Er zijn de Griekse klassieke tragedies, waar de spelers voortdurend geconfronteerd worden met de gevolgen van het doen van hun plicht, het uitoefenen van wraak en de dramatische gevolgen daarvan of de toneelstukken van Shakespeare. De tragedie treft je alleen, wanneer je goed probeert te leven. Juist wanneer je erg betrokken bent dan ervaar je de wereld op een pijnlijke manier. Wanneer je nooit iemand je vertrouwen geeft dan doet het je ook geen pijn wanneer iets niet goed gaat. Je kunt iets of iemand waaraan je gehecht bent verliezen. Het verliezen is lijden. Maar iemand die zich nooit aan iets of iemand hecht wordt niet geraakt door een verlies. Maar zal zo iemand echt geleefd hebben?
Razernij, jaloezie, nieuwsgierigheid, nijd, haat, trots, smart, liefde, ontzetting zijn emoties . Deze zijn zijn even belangrijk in de filosofie als de reden. Emoties zijn zelf intelligent. Zonder emoties is ons denken krachteloos. Emoties geven informatie over de buitenwereld en we stellen ermee vast welk belang die zaken en personen voor ons welzijn hebben. Ze zijn op iets gericht. Bij hoop zie je jezelf of iemand van wie je houdt als ene persoon in een onzekere situatie, maart met een grote kans op een goede afloop. Bij verdriet zie je een persoon als iets wat je kwijt bent. Emoties laten ons ook zien dat we als mensen behoeftige wezens zijn die afhankelijk zijn van objecten en gebeurtenissen in de buitenwereld.
Die kwetsbaarheid door onze afhankelijkheid, is essentieel menselijk. Juist die kwetsbaarheid maakt mededogen mogelijk. Er ontstaat ook kwetsbaarheid door het feit dat je moet kiezen: een opleiding, een baan, een levenspartner, al of niet betrokken raken bij bewegingen of bij een geloofsgemeenschap, een praatje maken met een zwerver of niet.
Kindertotenlieder en Mahler
Als je kinderen hebt dan is je kwetsbaarheid gegeven. De kinderen hebben je nodig, niet alleen materieel, maar vooral ook emotioneel. Je vraagt je vaak af als de kinderen ouder worden : “ Heb ik het goed gedaan?” Maar je zult van af het begin moeten leren ze af te staan, aan de school, aan de vriendjes en vriendinnetjes en uiteindelijk aan een levenspartner. Kinderen moeten hun eigen weg kunnen gaan, hun eigen keuzen maken voor hun eigen verantwoordelijkheid en hun eigen leven kunnen kiezen.
Maar wat als ene heel jong kind sterft? De Duitse 19de eeuwse dichter en hoogleraar Oosterse talen Friedrich Rückert verloor binnen twee weken in korte tijd zijn beide kinderen, een dochtertje van 3 ½ en een zoontje van net 5. Hij kon niet of nauwelijks over zijn leed van het dubbele verlies komen. Hij bleef aan de kinderen denken en vroeg zich af of hij de dood had kunnen voorkomen. Hij schreef een gedicht van 141 strofen. Het gedicht was privé. Het werd pas vier jaar na zijn dood gepubliceerd. In 1905 zette Gustav Mahler een vijftal van liederen op muziek. Muziek is emotie en kan emotie oproepen. Mahler zou twee jaar later zelf zijn vijf jarige dochtertje door de dood verliezen.
In de gedichten, meer nog dan in de muziek van Mahler, zijn er glimpen van hoop:
Sie sind uns nur vorausgegangen
und werden nicht wieder
nach Hause verlangen!
Wir holen sie ein auf jenen Höh’n
Im Sonnenschein!
Der Tag is schön auf jenen Höh’n!
Ze zijn ons alleen maar vooruitgegaan
en ze verlangen niet meer naar hun thuis
We zien hen ooit wee in hoger sferen
In de zonneschijn
Het is altijd mooi weer in hoge sferen.
In het laatste lied zijn er nieuwe dimensies van het verdriet, de verontrusting dat het niet altijd mogelijk is om iets aan je situatie te doen. En ook ene snijdend schuldgevoel omdat de kinderen te gronde gegaan zijn en er niets aan gedaan kan worden. Er is een besef van volslagen hulpeloosheid en dat het verlies voor altijd is en de schuld definitief en onherstelbaar.
“Je moet de nacht niet altijd in je dragen.” Je moet verder, ook met je verdriet. Je hebt niet alleen een verlies. Je krijgt ook wat terug. De troost en de liefde van degenen die op zo’n moment om je heen gaan staan. Je kunt je fixeren op je verlies, maar ook op de warmte en de troost die anderen je willen geven.
Een verhaal: De Barmhartige Samaritaan
Verhalen zijn belangrijk als richtlijnen en opties voor ons denken en handelen. De Bijbel biedt ons een groot verhaal van de Schepping van de wereld tot de wederkomst van Christus en de komst van het nieuwe Jeruzalem uit de hemel. Daar tussen zijn er talloze individuele verhalen een verhalencycli, zoals dat van Abraham, Jozef, Mozes, Ruth, David en Esther. In het Nieuwe Testament hebben we vier evangelieën met elk een min of meer eigen interpretatie van het verhaal van het leven en sterven van Jezus. Jezus zelf gebruikte de techniek van het verhalen vertellen en dan de luisteraars helemaal in zo’n verhaal laten zitten als zijn favoriete manier om hele essentiële en diepzinnige punten uit te leggen. Voor het thema kwetsbaarheid en mededogen is de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan zeer toepasselijk. De Samaritaan is ene handelaar, die op weg is van Jericho naar Jeruzalem. Hij ziet in een onherbergzaam gedeelte van zijn reis ene slachtoffer, die zojuist door struikrovers is overvallen en beroofd. Ze hebben hem voor dood achtergelaten. Hij ziet het slachtoffer en leeft zich in hem in. Hij identificeert zich met hem. Hij heeft compassie en mededogen. Hij helpt hem op zijn ezel. Hij neemt ene risico,. Misschien zijn de rovers nog steeds in de buurt en is hij straks het volgende slachtoffer. Hij neemt hem mee naar ene herberg. Hij laat het slachtoffer aan de goede zorgen van de waard over, die hij vooruit betaalt. Hij zegt dat hij bij terugkomst eventueel een aanvulling zal geven op de kosten, en vervolgt zijn weg. Hij committeert zich, stelt zich kwetsbaar op, neemt risico. Zo, zegt Jezus, werd hij de naaste van het slachtoffer en deed wat God bovenlag van ons vraagt.
Van Gogh schilderde het tafereel in mei 1890, drie maanden voor zijn dood. Afgebeeld is het moment waarop de Samaritaan de onherroepelijker beslissing heeft genomen om te helpen en hij de gewonde man op zijn ezel hijst. Dit is zonder de felle kleuren afgebeeld op de liturgie. In deze tijd schreef Van Gogh schreef: “Les douleurs sont ls grands capitaines de notre existence.” (De smarten zijn de grote kapiteins van ons bestaan)
De Bijbel
De verticale dimensie is niet te vinden bij Martha Nussbaum. De grote verhalen uit de Bijbel zoek je bij haar tevergeefs. De profeet Jesaja verkondigt dat God zelf ons trouw blijft, dat hij zijn volk zelf redt, en dat hij in liefde en mededogen ons verlost. Hij heeft zijn volk opgenomen en gedragen.
In de Brief aan de gemeente van Filippi roept de apostel Paulus de gemeenteleden op om elkaar met hartelijkheid en mededogen te bejegenen als gemeenschap van de Geest. Hij wil dat ons de geest bezielt die Jezus bezielde. Dan volgt de bekende Jezus hymne. Jezus ontledigde zich. Door de vernedering te aanvaarden, door trouw tot in de dood, werd hij verheven boven alle namen. Het is poëtische taal voor een geheimenis,
Juist door ons te verdiepen in het leven en lijden van Jezus staan we open voor het mededogen met de medemens, die onze troost of hulp nodig heeft.
Dat is hoe we, met onze zorgen, in onze kwetsbaarheid, in onze openheid naar anderen, op weg gaan naar het Paasfeest
AMEN