De Eerste Daad van Jezus van Nazareth

zondag 31 januari 2021 Ontmoetingskerk, Geleen

Lezingen:
Deuteronomium 18, 15-20
Marcus 1, 21-28-28

Preek “De eerste daad van Jezus van Nazareth”

Onze eerste lezing uit het boek Deuteronomium gaat over de relatie tussen God en mens. God spreekt tot de mens via mensen, door profeten. Die helpen om ons onze werkelijkheid te duiden. Die stonden buiten het officiële godsdienstige systeem. Met een godsspraak riepen de profeten de mensen op tot bekering, tot terugkeer naar de ware God, de God van Israël. De profeten keerden zich tegen onrecht, tegen onderdrukking, van de armen. Ze riepen op tot rechtvaardigheid. Ik geloof dat een tijd als deze hen meer nodig heeft dan ooit. Of zijn ze er wel, maar horen we ze niet? Zijn ze roependen in de woestijn geworden? Ze roepen mischien: “Bekeert u want de aarde gaat ten onder aan een teveel aan alles.”

Het evangelie naar Marcus is het oudste evangelie. Het staat het dichtste bij de werkelijke gebeurtenissen. Het begint hier niet bij de kribbe in Bethlehem, maar bij de komst, na vele eeuwen van stilte, van een nieuwe profeet Johannes de Doper. Gekleed in een kameelharen mantel, leefde hij in de woestijn en voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. Hij had een krachtige boodschap: “Maak de weg van de Heer gereed. Maak recht zijn paden” en “Bekeer je en laat je dopen om vergeving van je zonden te krijgen.”
Jezus erkent hem als profeet en laat zich door hem dopen. Kort daarna roept Jezus vier vissers op om hem te volgen. Ze doen dat direct. Ze zullen vissers van mensen worden. Hun kwaliteiten als ervaren vissers zal hen helpen bij hun latere taak als apostelen met het brengen van de blijde boodschap in de hele bewoonde wereld. Het gaat om eigenschappen als geduld, vasthoudendheid, uithoudingsvermogen, solidariteit, visie en moed.
Kort daarna gaat Jezus met zijn vier leerlingen op de sabbath naar de synagoge in Kaparnaum. De sabbat is een dag om te denken aan de Schepper, de schepping en de bevrijding van het volk van God uit Egypte. Hier is het allereerste begin van de Jezusbeweging, die al 2000 jaar mensen van over heel wereld, van alle culturen, rassen, naties in beweging brengt.

Omdat hij vreemdeling is vraagt men Jezus om hen de gelezen tekst uit de Bijbel uit te leggen. Hij spreekt en de mensen staan versteld van de wijsheid van zijn woorden. Het is een uitleg met gezag. Dan staat er iemand van de aanwezigen op die heel hard en aggressief begint te schreeuwen.”Wat hebben wij met jou te maken? Kom je om ons te vernietigen? We weten wel wie je bent: Jezus van Nazareth, de heilige van God.”

Men geloofde in die tijd dat wanneer je de naam en de identiteit van iemand kende dat je dan macht over hem had. Maar Jezus gebiedt de onreine geest te zwijgen en om de man te verlaten. Met een laatste schreeuw en een stuiptrekking verlaat de boze geest de man. Met dat enkele woord bevrijdt Jezus de man van de duistere machten die hem in zijn greep hielden.

In veel Afrikaanse landen en ook in een land als Indonesië heeft men geen enkel probleem met het geloof in boze geesten. Het zijn vooroudergeesten die zich beledigd voelen omdat je je niet aan de oude gebruiken houdt. Het kunnen ook de geesten zijn van slechte mensen of demonen die onder gezag staan van de duivel. Dit zijn voor ons vreemde gedachten. Maar we kunnen wel spreken van machten die mensen in hun greep houden. Mensen kunnen verslaafd raken aan hard drugs, aan sex, aan macht, aan sociale media en een werk. Het is iets wat sterker is als jezelf en waar je totaal afhankelijk van wordt. Maar ook gevoelens van haat en het zoeken naar vergelding kunnen je leven gaan domineren en vergallen. Dat allemaal los te laten is erg moeilijk. Je bent niet meer jezelf. Je bent je verslaving geworden, of je haat.

Woord en daad zijn één. Jezus’ boodschap, zijn evangelie, begint allereerst met een daad van bevrijding van een gevangen en gebonden mens.

Het Goede Nieuws van Jezus, waarvoor hij in alle haast, de steden en dorpen van Palestina af gaat, is dat er hoop is op bevrijding. Zij die Jezus in zijn voetsporen volgen, beginnend bij die vier vissers van het Meer van Galilea, verkondigen de mogelijkheid van bevrijding. Het betekent zorg en liefde voor hen die dat het meest nodig hebben. In kerkdiensten, zoals deze, hoor je dit elke keer weer. Je probeert de Goede Boodschap van Jezus in je leven te integreren. Het gaat dan deel uit maken van de manier waarop je in het leven staat, naar je collega’s, naar je levenspartner, je kinderen en naar de samenleving toe.

Het Goede Nieuws is dat mensen zich om andere mensen bekommeren. Dat vijandschap verandert in liefde. Dat je bevrijdt kunt worden van wat je gevangen houdt. Het betekent een doorbraak. Het gaat om de hele wereld en om alle mensen. De beweging van hoop en bevrijding, begonnen toen in Kafarnaüm, gaat met ons, die nu luisteren, verder.

De eeuwen door.

En: wees niet bang. Je bent niet alleen.

You’ll never walk alone.

AMEN