At Ipenburg (1945) studeerde algemene politieke en sociale wetenschappen (FSW-A) aan de Universiteit van Amsterdam, systematische theologie aan de Universiteit van Zuid-Afrika (UNISA) in Pretoria en promoveerde aan de Universiteit van Londen (SOAS) op zijn proefschrift over de ontwikkeling van de Schotse Zending in Lubwa, Chinsali. Hij volgde de predikantsopleiding aan het Remonstrants Seminarium in Leiden. Hij werkte als docent Cuma en maatschappijleer aan de Nuts pedagogische academie in Eindhoven en als docent politieke vorming aan de musisch-ludische opleiding De Jelburg in Baarn. Hij was lid van het hoofdbestuur van Amnesty International als actiesecretaris, bestuurslid van het Nederlands Albert Schweitzer Fonds en oprichter en eerste voorzitter van het Nederlands Burundi Comité.
Zambia
Van 1977 tot 1980 werkte hij door bemiddeling van Dienst over Grenzen uitgezonden naar Zambia als leraar geschiedenis en maatschappijleer. Hij werkte er aan de Kenneth Kaunda Secondary School in Chinsali, Noord-OOst Zambia. In 1980 begon hij aan zijn PhD studie Afrikaanse geschiedenis in Londen. In 1982 keerde hij met zijn gezin terug naar Zambia om er te werken als Research Fellow en Conference Organizer op Mindolo Ecumenical Foundation in Kitwe. Hij hielp met de oprichting van de Zambiaanse afdeling van Amnesty International en was er de eerste voorzitter. Hij was ook avctief als oprichter en voorzitter van Theological Association of Zambia (TAZ) en stimuleerde de oprichting van de Tradional Health Practioners Association of Zambia (THPAZ). Zijn vrouw Mirjam Korse was coördiinator van een opleiding voor kleuterschoolleraren voor vluchtelingen van ANC en SWAPO. het Pre-School Teacher Training Program van Mindolo Ecumenical Foundation.
In 1986 werd hij aangesteld als staffunctionaris maatschappelijke activering bij het Vrijzinnig Protestants Centrum voor maatschappelijke toerusting (VPC) in Utrecht met als speciale opdracht de begeleiding van een jongerenuitwisselingsproject van Amsterdamse en Amersfoortse jongeren en Zambiaanse jongeren van de Christian Council of Zambia (CCZ). Hij was ook enige jaren secretaris van D66 Afdeling Amersfoort, vloorzitte rvan de Stichting Amersfoort Centraal, die actief was in actie tegen het (te) grootschalige Centrumplan van Amersfoort.
Indonesië
In 1995 werd hij met zijn vrouw en zijn drie kinderen uitgezonden door de Raad voor de Zending van de Hervormde Kerk om te werken Indonesië als docent sociologie en antropologie aan de Theologische Hogeschool I S Kijne in Abepura, Papoea in dienst van de Evangelisch Christelijke Kerk van Irian Jaya (nu: GKI di Tanah Papua). Zijn vrouw, Mirjam Korse, werkte er als docent psychologie. Hij was er onder meer voorzitter van de bouwcommissie voor de nieuwe bibliotheek en directeur van de nieuwe door hem opgerichte Master opleiding missiologie.
Maastricht
In 2002 keerde hij
terug naar Nederland. In 2003 kreeg hij een aanstelling als predikant van de Remonstrantse Gemeente Zuid-Limburg, tevens studentenpredikant aan de Universiteit Maastricht.
In de periode 1995-2002 hield hij een dagboek bij en schreef hij regelmatig rondzendbrieven. Na zijn terugkeer in Nederland was hij actief als bestuurslid van de Stichting Hapin, Hulp aan Papoea’s in Nood, en in de werkgroep Papoea Solidariteit (nu: Stichting Solidariteit met Papua). Hij richtte in 2004, samen met twee collega’s, de Stichting Library Development Indonesia op om de in brand gestoken bibliotheek van de Christelijke Universiteit van Indonesië in de Molukken (UKIM) in Ambon opnieuw te voorzien van boeken. Hij was secretaris van D66 Maastricht. Verder was hij actief als vrijwilliger en als lid van de Commissie PR bij de Stichting Boeken voor Mensen in Maastricht, die jaarlijks een grote boeken- en platenbeurs organiseert waarvan de opbrengst naar goede doelen gaat.
Zie ook: Interview van Peter Geitenbeek met At Ipenburg in Vrij Zicht van 22 mei 2003.