Pinsteren. Een Nieuw Begin

En – zo staat er in Handelingen – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.” Voor precies datzelfde zijn we hier vanmorgen bij elkaar. Niet om te horen over de grote daden van mensen, van politici, wereldleiders, sportmensen, popsterren, koningen en koninginnen, prinsen en prinsessen, maar over de grote daden van God!

Hier, in deze kerkdienst in Eindhoven op de zondag van Pinksteren van het jaar 2022 zetten we de lijn voort die begon op die allereerste pinksterdag van het jaar 34 van onze jaartelling.

We lezen in de Bijbel dat de leerlingen na de kruisiging en de dood van Jezus zich verschanst hadden op een bovenkamer met de deur op slot. Ze zijn bang om net als hun meester gearresteerd te worden en terechtgesteld. Er is geen hoop meer dat het werk van Jezus voortgezet wordt. Het is een aflopende zaak. Dan komt Pasen en de eerste ontmoeting met hun uit de doden opgestane Heer. Hij gaat zelf heen, maar hij belooft hen een plaatsvervanger, de Heilige Geest. Hij zegt hen dat overal waar twee of drie in Zijn naam bijeen zijn Hij in hun midden zal zijn. Die tekst is vaak ironisch gebruikt als een soort bemoediging als er weer eens te weinig mensen in een kerkdienst zijn. Blijkbaar is voor Jezus 2 of 3 al voldoende. Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat de Geest hoe dan ook aanwezig is. Over die Geest van Pinksteren willen we het vanmorgen hebben. Wie is die Geest en wat doet hij met ons?

Als we teruggaan naar de hele periode van zeven weken na de opstanding van Jezus dan zien we een volledige transformatie. De angstige leerlingen willen, ook zonder de directe aanwezigheid van Jezus, zijn werk voorzetten. Ze zijn daarbij bereid om elk risico te nemen, gevangenschap en zelfs de dood.

Toen Jezus persoonlijk bij hen was konden ze de verantwoordelijkheid aan hem overlaten. Ze konden hem vragen om hun problemen direct voor hen op te lossen, zoals toen er tussen hen een ruzie was wie van hen wel de belangrijkste was. Ze konden hem direct een vraag stellen zoals de vraag naar de betekenis van een gelijkenis. Ze konden hem vragen: “Wanneer gaat u dan het koningschap over Israël herstellen?” En ze kregen een antwoord. De Hemelvaart van Jezus heeft de leerlingen verweesd achtergelaten. Ze staan nu op eigen benen. Waar halen ze de moed en de inspiratie vandaan om het werk van Jezus voort te zetten? Jezus heeft beloofd dat ze gedoopt zullen worden met de Heilige Geest. Ze zullen de kracht krijgen om getuigen van Christus te worden in, zo staat er, in “in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde” (1, 8).

Dit is een grootse, allesomvattende en kosmopolitische visie. Dit ideaal van Pinksteren heeft me altijd vanaf mijn vroegste jeugd erg aangesproken. De einden der aarde bereiken en de bevolking daar in verre vreemde landen met een heel eigen cultuur voor Christus te winnen was het doel van veel zendings- en missie organisaties. Ze werkten in de binnenlanden van Afrika, in de stamgebieden van Indonesië, in India, in China, vaak onder moeilijke omstandigheden. Er zijn steeds mensen geweest die, vaak met gevaar voor hun eigen leven, hier alles achter zich lieten en zich hun leven lang gingen inzetten voor hun medemensen in landen met een totaal andere taal, cultuur en gewoonten.

We zijn hier bijeen in dit mooie kerkgebouw. Erbuiten is de wereld, die tegenwoordig vaak antikerk is of gewoon helemaal niet geïnteresseerd in religie. Dat was in de tijd van de apostelen in het Romeinse wereldrijk van de eerste eeuw van onze jaartelling eigenlijk niet veel anders.

Dan komt plotseling de verandering. In het huis waar men zich al biddend bevindt. Men hoort een “geluid als van een hevige windvlaag” en ziet men iets als “tongen van vuur.” Het gaat niet zozeer om de uiterlijke verschijnselen. Het gaat om een transformatie, die plaats vindt in ieder van de aanwezigen. Ze worden nieuwe mensen. Er gaat een nieuwe geest heersen.

Toen, op die eerste Pinkstermorgen, stuurde God weer zijn boden naar de mensen. De leerlingen geven luid blijk van hun blijdschap. Ze spreken in vreemde talen. Omstanders denken dat ze dronken zijn. Ze zijn dronken van God en van Hem vervuld. Het nieuwe is niet de extase, maar de nieuwe interpretatie die de apostelen geven aan de oude traditie. Oude teksten worden zo uitgelegd dat ze op Jezus van toepassing zijn. Dat zien we aan de preek van Petrus, vervuld als hij is van de Heilige Geest. Hij haalt de profeet Joël aan, de tekst die we vanmorgen gelezen hebben.

Wat er die pinksterdag gebeurde is de vervulling van vele profetieën van het Oude Testament.

Joël 3

1 Daarna zal zich dit voltrekken:

Ik zal mijn geest uitgieten over al wat leeft.

Jullie zonen en dochters zullen profeteren,

oude mensen zullen dromen dromen,

en jongeren zullen visioenen zien;

Het land, de wereld, bewogen door de geest van Pinksteren en het opnieuw ervaren van de beloften van de Bijbelse profeten, wordt weer zoals God het bedoeld heeft toen hij de wereld en de mensheid schiep. “En Hij zag dat het goed was.

Pinksteren is het begin van een beweging van God in de wereld. Met kerstmis werd het woord vlees. Dat wil zeggen: In Jezus ervaren we het werk van God. Jezus was een Galileër, zoon van de dorpstimmerman van Nazareth in een tijd dat Palestina zwaar leed onder een Romeinse bezetting en een wrede, onvoorspelbare koning Herodes. Geleidelijk aan begonnen de leerlingen de boodschap van Jezus te begrijpen, ook al bleven ze tot het laatst een aards koninkrijk verwachten. De Romeinen zouden uit het land verdreven worden en Jezus zou de troon van David weer in gaan nemen.

Met Pinksteren is er een nieuwe beweging van God de wereld in. Het is Gods Geest in ons. Op die allereerste pinksterdag geven de leerlingen vervuld van de Heilige Geest luid uiting aan datgene waarmee ze vervuld zijn. Ze verkondigen aan de hele wereld de grote daden van God. Ze verkondigen wat God tot stand heeft gebracht in de woorden en in het leven van Jezus en hoe daarmee de profetieën vervuld zijn. De mensen horen het in hun eigen moedertaal. De leerlingen verlaten hun met sloten afgesloten huis. Ze spreken in het openbaar. Ze richten zich tot de wereld.

We zijn niet met weinigen. We zijn met velen. Wij zijn deel van die grote wereldwijde gemeenschap van christenen, van Batakkers en Toraja’s, van Bemba’s en Dalits, van Kopten, Ethiopiërs en Eritreërs, van Oekraïners en Russen. We zijn deel van de beweging van God naar de mensen en naar de wereld toe. Het is toen begonnen op die allereerste pinksterdag in Jeruzalem. Vervuld van de Heilige Geest stijgen we, als eens de eerste apostelen, uit boven onszelf en hebben we de moed om van de grote daden van God te spreken.

Dat is de toekomst van de kerk en van onze eigen geloofsgemeenschap.

Er is een nieuw begin mogelijk voor onze eigen gemeente en voor ieder van ons persoonlijk.

Laten we de moed hebben om dromen te blijven dromen.

Amen