Mon-Sat: 8.00-10.30,Sun: 8.00-4.00
Verontschuldigingen voor “ons” slavernijverleden
Home » Business Solutions  »  Verontschuldigingen voor “ons” slavernijverleden
Verontschuldigingen voor “ons” slavernijverleden
Contrary to popular belief, Lorem Ipsum is not simply random text. It has roots in a piece of classical Latin literature.


Sinds enige tijd is er een discussie over de vraag of wij, witte Europeanen, onze excuses moeten aanbieden aan onze zwarte medeburgers, afstammelingen van slaven, voor de slavernij en de slavenhandel die wij hun voorouders hebben aangedaan. Moet onze premier namens het Nederlandse volk zijn excuses aanbieden aan de afstammelingen van de slaven, die Nederlanders vanuit Nederlandse vestigingen aan de Goudkust en de Slavenkust naar Midden-Amerika vervoerden om daar in de suikerplantages te werk te worden gesteld?

Maar hoe zit het dan met de rol van de slavenjagers? Negentig procent van hen die naar de Nieuwe Wereld werden verscheept, werd tot slaaf gemaakt door Afrikanen en daarna verkocht aan Europese handelaars. Naast de Fon van het Koninkrijk Dahomey speelden ook de Akan van het Asante Rijk, de Mbundu van het koninkrijk Ndongo en de Kongo van het koninkrijk Kongo een belangrijke rol in de Trans-Atlantische slavenhandel als slavenjagers en slavenhandelaars. De vraag kan zich dus niet beperken tot “ons” verleden als “witten” en dus daders.

Het Nederlandse volk anno 2024 is sterk heterogeen. De premier of het staatshoofd kan geen excuses uitspreken namens alle Nederlanders. Niet namens de afstammelingen van de Nederlanders van Surinaamse en Antilliaanse afkomst. En niet namens Nederlanders van Marokkaanse of Turkse afkomst of Nederlanders met Indiase, Indonesische, Chinese of Melanesische wortels. Wie van de Nederlanders moeten zich wel schuldig voelen voor de mogelijke bijdrage van zijn of haar voorouders aan de slavenhandel en de slavernij? Zijn dat de afstammelingen van de Heren XIX van de West Indische Compagnie (WIC) (later de Heren X), van de kapiteins en de bemanningen van de schepen, die de slaven vervoerden en/of degenen die profiteerden van hun beleggingen in de West-Indische Compagnie? Of zijn dat de afstammelingen van degenen in Suriname, Guyana  en Curaçao die de slaven kochten en hen onder vaak erbarmelijke omstandigheden op hun suikerplantages lieten werken?

Kunnen we spreken van een collectieve schuld van witte Nederlanders voor de slavenhandel en de slavernij? Het begrip collectieve schuld is vooral in zwang gekomen na de Tweede Wereldoorlog met betrekking tot de misdaden van de Nazi’s in de periode van het Derde Rijk (1933-1945). Je zou kunnen stellen dat wanneer alle Duitsers collectief schuld hebben aan de Holocaust alle Duitsers daarvoor bestraft zouden moeten worden, bijvoorbeeld door ze op te hangen of door hen te plaatsen in de door hen gebouwde concentratiekampen. Je kunt twee vormen van schuld onderscheiden. Enerzijds is er de schuld die je hebt bij een schuldeiser en anderzijds een schuld waarbij je kunt zeggen: “Jij hebt het gedaan. Het is jouw schuld.” Van de eerste schuld kun je afkomen door de prestatie aan de schuldeiser te leveren. Bij de tweede vorm van schuld is er sprake van een directe verwijtbaarheid. In het geval van de Duitse schuld aan de Nazi misdrijven geldt dat er geen sprake kan zijn van de tweede vorm van schuld van alle Duitsers. Die Duitsers die er  direct voor verantwoordelijk waren zijn door oorlogstribunalen veroordeeld. Daarnaast heeft de Bondsrepubliek financiële compensatie aangeboden aan de slachtoffers door middel van een Wiedergutmachungspolitik. Het lijkt me onmogelijk om een dergelijke compensatie aan te bieden aan slachtoffers van de historische slavernij. Daarvoor lopen nakomelingen van slachtoffers, van daders en van onschuldige omstanders teveel door elkaar. Het idee van een collectieve schuld van alle witte Nederlanders gaat te ver. Het is ook historisch onjuist. De eis van een schuldbekentenis voor misdaden in het verleden begaan kunnen een excuus zijn om het  probleem van de huidige slavernij niet aan te pakken. Wereldwijd gaat het hier om naar schatting meer dan 40 miljoen tot slaaf gemaakten. Die zijn er ook in ons eigen land. Nederland heeft een belangrijk aandeel in de wereldwijde drugshandel, de handel in Oost-Europese en Aziatische vrouwen voor de seksindustrie en de tewerkstelling van “illegalen” in de tuinbouw, de vleesindustrie en de bouw. In al deze sectoren is er sprake van moderne slavernij. Ook in de toeleveringsketens van grote bedrijven als de textielhandel is er sprake van dwangarbeid, kinderarbeid en andere vormen van moderne slavernij.

Het idee van een collectieve schuld lijkt een geseculariseerde vorm van het begrip erfzonde: je bent “wit”, dus schuldig. Dit moeten we afwijzen. Laat Nederland liever het voortouw nemen in de strijd tegen de huidige slavernij, bijvoorbeeld door de invoering van een moderne Anti-Slavernij Wet. Nederland vrij van slavernij! Dat is een ideaal waar alle Nederlanders, wat ook hun afkomst, oorsprong, gelaatskleur of religie ook is, zich voor zouden moeten inzetten.

At Ipenburg (Dr)
Studies politicologie, theologie en Afrikaanse geschiedenis. Werkzaam geweest o.a. als docent in Zambia en Indonesië. Remonstrants predikant in Maastricht (emeritus)